2019.02.01 |

Op 31 januari 2019, Gedichtendag en verjaardag van Prinses Beatrix, stond het LEF-centrum van Rijkswaterstaat in het teken van de prijsvraag Energielandschap van de Toekomst. We weten al vijftig jaar dat we oeroude fossiele energie in pakweg anderhalve eeuw tot restwarmte reduceren en dat dit niet volhoudbaar is (Scientific American, 1971). Maar we zijn er aan verslaafd. We weten ook al vijftig jaar wat er moet veranderen. Maar nu nog doen. Gisteren hebben negen teams hiervoor een overtuigend voorstel gepresenteerd. Heel verschillend van inhoud, maar overeenkomstig in aanpak: beginnen bij het gebied. Wat speelt daar, wat is al jaren blijven liggen, welke emoties zijn er en hoe kan de energietransitie bijdragen aan zin in de toekomst? Uitgaan van mensen en landschappen in plaats van technocratisch parachuteren van Petajoules en bijgevolg bestaande technieken in de vorm van windturbines, zonneparken, waterpompen, et cetera. En uitgaan van innovatieve kennis van onafhankelijke individuen en start-ups in plaats van voornamelijk extrapoleren van wat projectontwikkelaars, grote bedrijven en multinationals vooral als kans voor hun bedrijfsvoering zien.
Het narratief van Nederland als wereldlaboratorium voor verduurzaming ligt er al tien jaar (NLBW, 2009). Maar nu nog doen. Politiseren van feiten en fictie over klimaat en energie gaat niet helpen. Aansluiten op en verder gaan met de negen voorstellen wel. Op 31 januari is daarvoor een beweging geboren. Nog pril maar krachtig. Vanuit NLBW gaan we helpen en hebben daarbij de hulp van overheden nodig. Ons verzoek: sta open en geef de voorstellen een faire kans. Waardeer ook de forse investeringen in uren en euro’s die de teams al hebben gedaan. Van hen vragen om daarmee door te gaan totdat het voorstel is gerealiseerd is niet fair. Kansloos zelfs. Originele kennis is niet gratis. Zorg voor budgetten en kaders voor de stap tussen voorstel en realisatie. Het is een fractie van de miljarden die voor een dreigend energiestrijdtoneel zijn uitgetrokken.

Peter van Rooy, 1 februari 2019