1. Inherente maatschappelijke complexiteit neemt allengs toe door
technologische ontwikkelingen, globalisering, individualisering,
demografische ontwikkelingen en klimaatverandering -voor zover
bekend voor het eerst- op wereldschaal.
2. In deze dynamiek is door overheden meer overgelaten aan
marktpartijen. Denk aan energievoorziening, woningbouw,
infrastructuur, post, telecom, openbaar vervoer, misdaadbestrijding,
onderwijs, zorg en kinderopvang.
3. Marktpartijen zijn marktpartijen gebleven, terwijl de overheid de
managementcultuur van marktpartijen heeft overgenomen. Vandaar de
vele overheden en zelfstandige bestuursorganen, versplintering van
taken, meetbare doelen tot achter de komma en burgers als klanten.
4. Explosie van regelingen als zijnde producten om beleid mee uit te
voeren. In praktijken blijken regelingen elkaar niet zelden te bijten en
loopt uitvoerbaarheid van beleid vast. Alle overheden doch vooral
gemeenten verzuipen in geconstrueerde complexiteit.
5. Voor het omgaan met zelf geconstrueerde complexiteit worden op
grote schaal adviseurs ingehuurd. Los van de kosten, die jaarlijks in de
miljarden euro’s lopen, holt externe inhuur het kennisniveau van
overheden verder uit.
6. Ondanks alle regelingen, een steeds grotere overheid en bij gevolg een
oplopende staatsschuld voelen burgers en ook ondernemers zich in de
steek gelaten. Het zijn ontevreden ‘klanten’ die in overheden in
afnemende mate een vriend zien.
7. Openbare bestuurders staan onder zware druk om het tij te keren. Uit
welbegrepen eigenbelang neigen zij naar nog meer plakkers op de
versleten fietsband, terwijl alleen een nieuwe band en een compleet
nieuwe fiets ons weer op weg kunnen helpen.
2023.12.15 |