2021.12.03 |

Beleid voor verduurzaming is in aantocht. Maar als de uitvoering hapert, worden we cynisch. Erken dus particuliere initiatieven en laat mensen doen waar ze goed in zijn, vindt Peter van Rooy, directeur coöperatie NederLandBovenWater.

Nederland is een land van particuliere initiatieven. Of het nou gaat om ­waterschappen, water­leidingbedrijven, vuilophaaldiensten, spoorwegen, energiebedrijven of woningcorporaties, het begon met mensen die met elkaar iets wilden bereiken wat er nog niet was. Zodra een initiatief in een brede maatschappelijke behoefte bleek te voorzien, trokken overheden het naar zich toe.
Dit patroon bestond eeuwenlang, tot de Tweede Wereldoorlog. Daarna nodigden honger, armoede en woningnood uit tot een krachtige rijksoverheid. In korte tijd kwam er een miljoen woningen bij en nam de welvaart zienderogen toe. Nederland werd gidsland voor economisch herstel.

Hangmat
Gesterkt door dit succes trok het Rijk steeds meer taken naar zich toe en schiep een verzorgingsstaat. Het bedoelde vangnet werd een onbedoelde hangmat. Rond 1980 schoten publieke uitgaven, inflatie en werkloosheid omhoog. In 1982 besloot het kabinet-Van Agt II dat de wederopbouw was volbracht.
Nederland verkeerde inmiddels in de greep van de Angelsaksische overtuiging dat alleen marktpartijen in staat zouden zijn het tij te keren. Onze overheid werd bondgenoot van private partijen en ging particulieren als klanten zien. Nieuwe particuliere initiatieven, die dankzij onze eeuwenoude traditie bleven ontstaan, liepen steeds vaker aan tegen bureaucratie en regelgeving. Succesvolle uitzonderingen gingen steevast gepaard met bijzondere omstandigheden en uitzonderlijke mentale energie en doorzettingskracht van initiatiefnemers. Een goed voorbeeld is Eva-Lanxmeer in Culemborg, de eerste duurzame woonwijk in Nederland als levenswerk van een enkeling.

Publieke uitverkoop
Rond de eeuwwisseling ontstond het beeld van een verweesde samenleving. Particulieren voelden zich in de steek gelaten door een overheid die zich ging gedragen als een bedrijf om zo beter aansluiting te vinden bij echte bedrijven. De burgers konden aankloppen bij echte bedrijven waar overheidsdiensten zich beperkten tot ondersteuning. Zelfs kennisontwikkeling werd neergelegd bij ondernemers. De huidige boosheid in de samenleving houdt ongetwijfeld ook verband met deze publieke uitverkoop.
Op dit moment staat Nederland, als deel van een globaliserend systeem, voor tal van transities om te verduurzamen. Dat wordt waarschijnlijk een ingrijpender operatie dan de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog.
De enorme verscheidenheid van opgaven vraagt erom juist niet alles bij het Rijk neer te leggen. Innovaties komen niet uit het systeem zelf voort. Het komt aan op samenspel tussen vooral het Rijk, gemeenten als dichtst bij de ­samenleving staande overheden, en par­ticulieren en ondernemers die een ­bijdrage willen en kunnen leveren.
Recente voorbeelden laten zien waar mensen toe in staat zijn: windparken, zonneparken, voedselbanken, voedselbossen, herenboeren, buurtzorg, leenauto’s, buurttaxi’s, circulair bouwen, watervasthoudende daktuinen, tegels lichten in tuinen, musea, wonen op terpen, grond voor natuur, opvang van daklozen, voorzieningen in kleine kernen, enzovoorts.

Bureaucratie
Het nieuwe kabinet is er vooral voor een overtuigende visie die de sa­menleving vertrouwen geeft. Stoere taal van bestuurlijke ego’s werkt averechts. Erken liever dat particulier initiatief kan bijdragen aan de uitvoering van rijksbeleid en daarnaast aan regionale en lokale initiatieven. Stel middelen beschikbaar en, nog een stuk belangrijker, ruim bureaucratie die verduurzaming remt uit de weg.

Dit opiniestuk is gepubliceerd in Trouw